In het boekje ‘Zal ik een liedje?’ vertelt Wilco Versteeg in foto’s over zijn vader met dementie. In de inleiding legt hij uit dat hij dichter bij zijn vader is komen te staan door samen op te trekken in de zoektocht naar hoe het is om iemand met vergevorderde dementie te zijn.
“De foto’s die in het boekje ‘Zal ik een liedje?’ staan, maken deel uit van een grotere verzameling beelden die ik de afgelopen jaren van mijn vader en ons leven met alzheimer heb gemaakt. Dit is een leven van constante en verrassende metamorfoses die een tweede natuur voor mijn vader zijn geworden. Er wordt vaak gezegd dat mensen met alzheimer tot onherkenbare schimmen verdwijnen en verkwijnen: wij begrijpen hun taal niet, hun gestes lijken een arbitrair karakter te hebben. Hun logica ontgaat ons, de gezonden die vast houden aan ‘hoe het hoort’.
Door het maken van beelden en door te schrijven over mijn vader en onze alzheimer, door samen te wandelen en door te kletsen sta ik nu dichter bij mijn vader dan ooit. Hij verandert constant in een nieuwe versie van zichzelf. En nodigt mij uit om zijn wereld te betreden en met hem zijn nieuwe taal, gebaren, angst en humor te leren. Dit is een leerproces zonder eind, want de woorden van vandaag zijn volgende week betekenisloos geworden. De enigen die fouten kunnen maken in dit proces zijn wij, want iemand met alzheimer heeft altijd gelijk.
Fotografie is mijn manier om met deze metamorfoses om te gaan. Het staat mij toe zijn wereld te betreden zonder compleet op te gaan in de verwarrende dwarsverbanden waar zijn dagen uit bestaan. Een camera schept afstand en creëert een relatie, het objectiveert maar toont ook de schoonheid, absurditeit en pijn van dit ene leven op dit ene moment.”
Uit: Judith Leest (tekst) en Wilco Versteeg (beeldverhaal), Zal ik een liedje? Een zoektocht naar hoe het is om iemand met vergevorderde dementie te zijn, Haarlem/Utrecht: Zorgbalans, Stichting Presentie, 2019, p. 8 (aangepast).